SK Hynix heeft er bij de Zuid-Koreaanse regering publiekelijk op aangedrongen de investeringsregels voor geavanceerde industrieën te versoepelen, met het argument dat institutionele flexibiliteit van cruciaal belang is voor het veiligstellen van de ‘technologische soevereiniteit’ van het land in het tijdperk van kunstmatige intelligentie. In een verklaring van 24 december benadrukte de chipmaker dat de kapitaalvereisten voor halfgeleiderfaciliteiten enorm zijn gestegen – daarbij verwijzend naar de verwachte kostenstijging van het Yongin-halfgeleidercluster van 120 biljoen won in 2019 naar 600 biljoen won – waardoor de huidige beperkingen onhoudbaar worden.
Het bedrijf pleit specifiek voor een herziening van de holdingstructuur, die momenteel bepaalt dat een “kleinkind”-bedrijf (zoals SK Hynix binnen de SK Group) 100% van elke “achterkleinkind”-dochteronderneming moet bezitten. SK Hynix steunt het verlagen van deze drempel tot 50%, waardoor het bedrijf Special Purpose Companies (SPC’s) zou kunnen oprichten met externe investeerders. Deze structuur zou het bedrijf in staat stellen de enorme financiële last van het bouwen van nieuwe fabrieken te delen met behoud van de stabiliteit.
Om tegemoet te komen aan de bezorgdheid dat dit zou kunnen worden gezien als een gunst van het bedrijfsleven, wees SK Hynix op mondiale precedenten, zoals Intel’s joint venture met Brookfield Asset Management in Arizona, als bewijs dat projectgebaseerde gezamenlijke financiering een standaardpraktijk in de sector is.




